
Toen er genoeg licht was om de eerste gestaltes duidelijker waar te nemen, zag ik wat ik niet kon geloven. Het waren kinderen… Smerig, mager, half ontkleed en met hongerige ogen. Met stomheid geslagen stond ik daar. Dit had ik overdag nooit gezien! Ja, ik had wel mensen zien bedelen op straathoeken, maar ik was al bekend met dat beeld. Dit had ik niet verwacht. Waarom nu? Hoe kan dit? De kinderen bevonden zich in de leeftijd van 5 tot 13 jaar. Sommige bewogen zich op handen en voeten voort. Vergroeide ledematen, aandoeningen en steeds was de magerheid zichtbaar.
Mijn wereldbeeld brak, moed zakte me in de schoenen. Mijn westerse achtergrond en idealen schreeuwden van binnen, maar mijn adem stokte. De groep bestond inmiddels uit zo ongeveer 15 a 17 kinderen en nu kwamen ze de boulevard op. Ik stond erbij en keek ernaar. Wat moest ik nu in hemelsnaam doen? In mijn gedachten kwam meteen het idee op om vliegtickets te gaan regelen. Deze kinderen moesten onmiddellijk geholpen worden. Het was… niet reëel. Sterker nog, ik was niet eens in staat om direct in te grijpen. Getroffen door stomheid, nee, getroffen door verschrikking! Hier werd een vloek van armoede en corruptie zichtbaar.
Tot overmaat van ramp zag ik marktkooplui ontzet worden van woede. Ja, het was ook op dat tijdstip markt in Fortaleza; deze stad slaapt niet. De woede van de marktkooplui had als reden dat de kinderen zorgden voor slechte klandizie. De eerste 5 a 10 minuten zag ik dat de kinderen letterlijk van de boulevard afgetrapt werden. Daarna kregen sommige kinderen, vanwege de ontzetting die zich voordeed bij de aanwezige toeristen, de kans om even te bedelen om voedsel of geld.
Bij bedelende volwassenen voelde ik me overdag soms ook wel geroepen om wat te geven, maar er waren er zoveel en tot in hoeverre zij er zelf verantwoordelijk voor waren dat zij in die positie zaten wist ik niet. Hierdoor voelde ik mij veel minder aangesproken om iets voor hun te betekenen. Maar KINDEREN MAG DIT LOT NIET TREFFEN!!!
Er had een kentering in mij plaatsgevonden. Niks zou meer hetzelfde zijn. “Wacht maar…”, dacht ik naderhand. “Hier laat ik het niet bij zitten!”
Dat was 10 jaar geleden. Inmiddels ben ik getrouwd met een vrouw die al sinds haar achtste levensjaar Brazilië op haar hart had. Met twee kinderen van 2 en 3 jaar oud vertrekken wij maandag 11 juli. We gaan dan met het vliegtuig naar Brazilië. Het is nu eindelijk tijd geworden om in actie te komen tegen dit onrecht. We zijn voorbereid op dit avontuur. We hebben een studie gevolgd voor de theorie en de praktijk om deze uitdaging aan te gaan. We hebben hier een stichting voor opgezet met een bestuur, thuisfrontteam en achterban. De komende 20 tot 25 jaar gaan wij werken in Brazilië.
Ons avontuur begint in de zuidelijke staat Parana, in de stad Ponta Grossa, waar we gedurende 5 maanden een opleiding en praktijkvoorbereiding krijgen om te gaan werken in verschillende projecten in de sloppenwijken.
Dit zal in zijn geheel ongeveer 2,5 jaar voortduren. In die tijd zullen wij de nodige ervaring op doen en ons de cultuur en taal eigen maken. Tijdens dit proces zullen wij zoeken en netwerken met de organisaties die daar zijn om te kijken waar de grootste nood heerst en waar zich de mogelijkheid voordoet om ons eigen project op te zetten.
Het doel is dat wij dan vanuit Stichting Triomfator een centrum realiseren waar mensen opgevangen kunnen worden. In deze 20 jaar tijd is het onze wens om het volgende op te zetten:
- een opvangcentrum
- een kindertehuis
- een gaarkeuken in de sloppenwijk
Als het goed gaat dan kunnen wij over 25 jaar terugkijken en hebben we hopelijk 20 tot 50 kinderen kunnen redden. Al zouden het maar 5 kinderen zijn, dan nog is het geslaagd.
In de Talmoed staat een zin en die luidt als volgt: Wie een leven redt, redt een hele wereld.
Al is het maar 1 kind, dan is het nog steeds geslaagd. En slagen zullen we!